Cognitieve gedragstherapie (CGt) is een combinatie van twee vormen van psychotherapie: cognitieve therapie en gedragstherapie. In cognitieve gedragstherapie worden het gedrag en de gedachten die de problemen in stand houden, besproken en behandeld.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat CGt effectief is bij veel psychische problemen, zoals angsten, depressie, verslavingen, eetstoornissen en meer.
Gedragstherapie
Gedragstherapie richt zich vooral op het veranderen van jouw gedrag. Hoe je handelt bepaalt namelijk voor een groot deel hoe je je voelt. Als je geneigd bent om uit angst bepaalde situaties uit de weg te gaan, dan zal de spanning eerder verergeren dan verminderen.
Bij gedragstherapie breng je met je therapeut eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin die voorkomen in kaart. Vervolgens helpt de therapeut je om op een andere, betere, manier te reageren op die omstandigheden. Je doet het samen met je therapeut. Zowel het in kaart brengen van het gedrag waar je last van hebt, als het bedenken en oefenen van nieuw gedrag.
Cognitieve therapie
Cognitieve therapie gaat over jouw manier van denken en je emoties daarbij. Wie belangrijke zaken en gebeurtenissen in zijn leven steeds vanuit een negatief standpunt bekijkt, wordt eerder angstig, somber of geïrriteerd. In cognitieve therapie onderzoek je met je therapeut of die manier van denken wel helemaal klopt. Heb je de neiging alles van de sombere kant te bekijken, dan zoek je samen uit welke manier van denken passender is. Je werkt samen meer realistische standpunten uit en ontwikkelen positievere gedachten. De therapeut maakt daarbij gebruik van oefeningen en huiswerkafspraken. De toekomst is hierbij belangrijker dan het verleden.
Goede combinatie
Cognitieve gedragstherapie behandelt dus je gedrag en je manier van denken. Door anders te reageren veranderen je gevoel en je gedachten. Door anders te denken veranderen je gevoel en je gedrag. Bij cognitieve gedragstherapie werkt de therapeut nauw met je samen om tot verbetering van je klachten te komen. De therapeut sluit zo direct en zo concreet mogelijk aan bij jouw problemen. Het is een actieve manier van behandelen: je moet in de therapiesessies actief aan de slag met oefeningen. Daarnaast spreek je met de therapeut huiswerkopdrachten af om zelf ook thuis of op het werk aan je problemen te werken.
Hoe goed werkt cognitieve gedragstherapie?
Naar de effecten van cognitieve gedragstherapie is veel onderzoek gedaan. Heel vaak blijkt deze methode een zeer effectieve psychotherapie te zijn. Vaak effectiever dan medicijnen, zeker op de langere termijn.
Cognitieve gedragstherapie geldt volgens officiële richtlijnen als de psychologische behandeling van eerste keus voor angststoornissen, milde depressies, eetstoornissen (boulimia nervosa), alcoholverslaving, impuls- en psychosomatische problemen (vermoeidheid, (hoofd)pijn, paniek, burnout).
Maar dat wil niet zeggen dat cognitieve gedragstherapie bij alle patiënten werkt. De effecten zijn per persoon verschillend. Soms kunnen ook andere psychologische behandelingen goed werken voor bepaalde problemen bij bepaalde patiënten. Het onderzoek naar het verder verfijnen en uitbreiden van psychologische behandelmethoden voor psychische stoornissen gaat dan ook verder.
Hoe lang duurt cognitieve gedragstherapie?
Cognitieve gedragstherapie sluit aan op de problemen die je ervaart. Door huiswerkopdrachten word je gestimuleerd om ook buiten de therapie-uren actief te werken aan je behandeling. Vooral om deze reden duurt de behandeling relatief kort.
Vaak gaat het om vijf tot vijfentwintig zittingen. Als je één keer per veertien dagen naar de therapeut gaat, duurt een behandeling dus enkele maanden tot een jaar. Soms is er meer tijd nodig, maar dat gebeurt altijd in overleg.