Toch niet opgegeven

Mijn moeder vertelde over de dochter van een vriendin van haar. Dat deed ze wel eens vaker, maar dan kort als een soort mededeling dat de betreffende vrouw, die met haar man in een ander dorp woonde, haar huis niet uit durfde. Therapieën hadden tot dusver niet veel geholpen, begreep ik. Nu had mijn moeder die middag aan de telefoon van de dochter, waar zij ook regelmatig mee belde, gehoord dat er ook alcohol in het spel bleek te zijn, maar ook dat zij nu ‘opgegeven was’ door haar laatste therapeut.

Dat ‘opgegeven zijn’ bleef hangen bij mij, dat vond ik erg, er kwam zo’n gevoel op bij mij van: ‘dit mag niet’. Toen een paar maanden later de vriendin van mijn moeder overleed en ik mijn moeder, die ook al oud was, begeleidde naar de begrafenis, zag ik daar de man van de dochter. Ik legde uit wat ik gehoord had, dat ik dat ‘opgegeven zijn’ van zijn vrouw niet echt los kon laten en dat ik wel wilde proberen of ik iets kon betekenen op dat gebied. Voor mezelf durfde ik dit wel aan, daarbij het kon in haar situatie in feite alleen vooruit gaan. Ik wilde het wel een kans geven. De man en later ook de vrouw (mevrouw A) (44) gingen na overleg akkoord. Ik zou naar haar toe gaan, omdat zij door haar Agorafobie/ pleinvrees, de deur niet echt uit durfde. Jaren eerder had ik haar weleens vluchtig gezien, nu echter was zij veel dikker en oogde heel ongelukkig.
Het had haar erg geraakt dat ik haar de moeite waard had gevonden, zei ze. Dat vind ik bij elk mens.

We zouden samen aan de therapie gaan beginnen en de afspraak was dat zij niet gedronken zou hebben als ik kwam, ze zou anders niet helder kunnen denken. Ik wist dat zij 1 liter cognac (vieux) per dag dronk. Zij kwam kort daarop in 1 keer van de drank af. Niet door een methode, maar door een intuïtieve ingeving die ik kreeg. (Dit voorbeeld staat beschreven in hoofdstuk Praktijkvoorbeelden, voorbeeld 2)

Verder had ik op de Universiteit bij een training van een docent als feedback gekregen dat ik ‘snel en diep bij iemands gevoel kon komen’. Dit had ik al vaker gemerkt in mijn leven.
Toch duurde het een aantal jaren voordat ze na veel oefenen weer vrijelijk de deur uit durfde. Maar dat moment kwam wel, nadat zij zich 17 jaar lang een gevangene had gevoeld in haar eigen huis en met tranen in haar ogen ’s morgens vroeg uit haar slaapkamerraam vaak keek naar de mensen die naar hun werk vertrokken, dit durfden.
Na een paar opfris-rijlessen bij een rijschool, werd haar wereld nog weer groter. Natuurlijk speelde haar man (B) ook een grote rol in het geheel, hij had haar onvoorwaardelijk gesteund en voor hem was de overgang ook groot. Ook toen zij na het afkicken van de alcohol weer normaal aanspreekbaar was en er weer ruimte kon komen voor zijn gevoelens. Echter de therapie en wat dit van haar eiste, had zij helemaal zelf gedaan. Zij was het die, toen ze er aan toe was en na eerdere oefeningen, als huiswerkopdracht alleen de bus nam naar de dichtstbijzijnde stad, spierwit en na eerst gebraakt te hebben van de stress. Later werd dit de trein en de huiswerkopdracht was toen: minimaal 100 kilometer ver weg. Vertrokken uit ‘s-Hertogenbosch heeft zij toen op een terras aan het Vrijthof in Maastricht wat gedronken.

Na een lange weg, waarin nog meer psychische klachten naar boven waren gekomen, had zij weer de mogelijkheid een ander leven te kunnen leiden.
Voor de eerste sessie had haar man privé, in het kader van haar alcoholgebruik en nauwelijks eten, overstuur tegen mij gezegd: “Over twee weken ligt ze tussen 6 planken” Zijzelf heeft eens tegen me gezegd: “Je hebt me toch ook voor de poorten van de hel weggesleept hè.” Plastisch uitgedrukt, maar het geeft een indicatie van hun gevoelens. Mijn gevoel was hoofdzakelijk dankbaarheid.